SV | Want de overste der trawanten liet Jeremia halen, en zeide tot hem: De HEERE, uw God, heeft dit kwaad over deze plaats gesproken. |
WLC | וַיִּקַּ֥ח רַב־טַבָּחִ֖ים לְיִרְמְיָ֑הוּ וַיֹּ֣אמֶר אֵלָ֔יו יְהוָ֣ה אֱלֹהֶ֗יךָ דִּבֶּר֙ אֶת־הָרָעָ֣ה הַזֹּ֔את אֶל־הַמָּקֹ֖ום הַזֶּֽה׃ |
Trans. | wayyiqqaḥ raḇ-ṭabāḥîm ləyirəməyâû wayyō’mer ’ēlāyw JHWH ’ĕlōheyḵā diber ’eṯ-hārā‘â hazzō’ṯ ’el-hammāqwōm hazzeh: |
Want de overste der trawanten liet Jeremia halen, en zeide tot hem: De HEERE, uw God, heeft dit kwaad over deze plaats gesproken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want de overste der trawanten liet Jeremia halen, en zeide tot hem: De HEERE, uw God, heeft dit kwaad over deze plaats gesproken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!